Fluitend schrijven

Columns schrijven zie ik als oefeningen. In 300 woorden een ontmoeting beschrijven. Of een verontwaardiging. Een situatie die opvallend genoemd kan worden, of die me juist opvalt omdat ik erover wil schrijven. Dat is het. Het zijn de gewone dingen, die je als schrijver mooier kunt maken. Een stukje fictie integreren, of de spotlight op iets kleins zetten. Zoiets.

Martin Bril was daar een ster in. Jaloersmakend goed. Op een bijzondere manier schreef hij over normale zaken. Hij liet ze opvallen, zodat ik de volgende keer dacht: ‘O ja.’ Ooit las ik in een interview – ik dacht in de Volkskrant – dat hij adviseerde om fluitend te schrijven. Dat heb ik in mijn oren geknoopt. Worstelen met woorden geeft geen vloeiende zinnen. Maar als je fluit… en schrijft… dan creeer je een mooie wereld.

Geplaatst in columns, schrijven | Tags: , , , , , , | 2 reacties

Voorspellende thriller

De ‘pling’ van mijn mail laat mij opkijken. ‘Stil Water – bijna werkelijkheid’ is het onderwerp. Mijn ogen grijpen de zinnen vast. Is het weer zover?

Ik word uitgenodigd om mijn verhaal te doen in het programma van Radio Schouwen-Duiveland. Ze melden: ‘Gister is er door de landelijke pers (o.a NOS) uitgebreid aandacht besteed aan de verontreiniging van een krekengebied bij Ouwerkerk door de zgn dinoflagelaat alg, een giftige alg die bij inname verlammingsverschijnselen tot gevolg kan hebben. Het water vanuit deze kreek is ook in de Oosterschelde terecht gekomen. Het nieuws deed mij sterk denken aan uw roman “Stil Water”.’

Ik staar naar de letters die de boodschap wel heel duidelijk verwoorden. Dit is exact wat ik beschreven heb, alweer zes jaar geleden. De duikers die in de Oosterschelde in gevaar komen, de grote hoeveelheden bruinvissen die aanspoelen, de angst voor het water, allemaal het gevolg van een alg die gifstoffen uitscheidt: Pfiesteria piscicida. De programmamakers koppelen dit gegeven aan mijn column ‘Ik bedenk, dus het ontstaat’. Het lijkt misschien bizar, maar het ontstaat dus echt.

Het is eerder gebeurt: mijn fictie wordt werkelijkheid. De speer die een sporter raakt, een bekend marathonloper die van doping beschuldigd wordt, de dood van een tienermeisje als gevolg van cosmetische chirurgie, een babyfabriek die opgerold wordt, het telefoontje dat ik kreeg vlak voor het verschijnen van Vals Alarm. Het is bizar, en eigenlijk ook weer niet. Ik schrijf over onderwerpen die zouden kunnen gebeuren. Over fictie met een realistisch randje. Maar natuurlijk hoop ik niet dat mijn bedachte verhalen uit zullen komen.

Zeeland wordt geteisterd door een giftige alg. Duikers mogen het water niet in, mossels moet je voorlopig even niet eten, en lekker zwemmen… nou, ik zou maar uit het water blijven. Door alle research weet ik wat die dinoflagelaten – ze zien eruit als kleine ruimtescheepjes – voor ellende kunnen veroorzaken. Verlammingsverschijnselen, wondjes die niet helen en hersens die aangetast kunnen worden. In Zeeland is groot alarm geslagen. Gelukkig maar. De autoriteiten reageren misschien overspannen, maar wel alert. Laten we hopen dat het een storm in een glas water is, dat er geen slachtoffers vallen en dat het water weer heel snel te vertrouwen is. Is de reactie van het waterschap sterk overdreven? Of vindt er nu een real-life-thriller in Zeeland plaats?

Geplaatst in schrijven | Tags: , , , , , , , , | Een reactie plaatsen

ontknoping of vastknoping

Waarom heeft iedereen het over de ontknoping van een verhaal, terwijl de auteur bezig is met het vastknopen van de laatste lijntjes?

Geplaatst in cursiefjes | Tags: , | Een reactie plaatsen

warren en ontwarren

Een thriller schrijven is een soort warren, zodat de lezer de puzzel kan ontwarren.

Geplaatst in cursiefjes | Tags: , | Een reactie plaatsen

Vertrouwen

Het is heerlijk als iemand vertrouwen in me stelt. Veel vertrouwen zelfs. Ik zie dat als een dik compliment. Maar werkt het altijd positief? Soms niet.

In het afgelopen jaar heb ik me verdiept in de band tussen moeders en dochters. Het intrigeert me dat een kleine vonk direct vurige irritaties kan opwekken, terwijl er toch meestal sprake is van een onvoorwaardelijke liefde. Dat moederliefde verstikkend kan zijn, weten veel mensen. Dochterlief wil vrij gelaten worden en weert zich tegen te veel moederzorg. Maar wat zou er gebeuren als juist de moeder zorg nodig heeft? Als de rollen omgedraaid worden?

Mijn nieuwe psychologische thriller ‘Moederziel’ gaat over de liefde van een dochter voor haar moeder. En andersom. Het blijkt een verstikkende liefde. De band tussen Myrna en Josje is bijzonder te noemen, en ze worstelen met hun gevoel van vertrouwen. Dan gebeuren er dingen die niet teruggedraaid kunnen worden. En het vertrouwen loopt een fikse deuk op. Veiligheid is geen vanzelfsprekendheid meer. Want is je familie per definitie te vertrouwen?

Vertrouwen. Het is belangrijk in het leven. Ik groei als persoon als anderen vertrouwen in me hebben. En dus vind ik het enorm stoer dat mijn uitgeefster ‘Moederziel’ al in de aanbiedingsfolder heeft gezet, zonder dat ze het helemaal gelezen heeft. Ze heeft er vertrouwen in dat ik een sterke thriller zal schrijven. Mijn zevende alweer. Wat een bijzonder compliment! Maar toen begon het… Mijn manuscript was ingeleverd en ik zat thuis te wachten op haar oordeel. Het knagen begon, de onzekerheid groeide en ik checkte elk uur mijn mailbox. Was ik haar vertrouwen wel waard?

Het is een vreemd fenomeen dat het oorspronkelijke compliment ineens beangstigend werkt. Wat gaat er gebeuren als Ilse Karman mijn verhaal slecht vindt? Als ze veel commentaar zal hebben? Doet ze er wel goed aan om mij zo te vertrouwen? Tot afgelopen zondag: haar reactie. Ik slurpte de eerste zinnen op : ‘Wat een mooi verhaal weer. Mooi uitgesponnen en heel goed geschreven.’ Een paar weken geleden schreef ik nog over mijn titelprobleem. Nu is ‘Moederziel’ definitief geboren. Natuurlijk ga ik het verhaal nog verder oppoetsen, maar ik ben trots dat ik het vertrouwen van Ilse niet beschaamd heb. Maar of het in ‘Moederziel’ ook zo goed afloopt…?

Geplaatst in boeken, schrijven | Tags: , , , , , , , , | 2 reacties

Het nieuwe schrijven

Ik ben een vreemde schrijver. Geen opgesloten kluizenaar, die in afzondering aan dat grote meesterwerk schrijft, zodat er Literatuur ontstaat, met de hoofdletter ‘L’. Ik heb juist betrokkenheid nodig, en mensen om me heen.

In allerlei interviews lees ik dat schrijvers zich het liefst afsluiten. Er is afzondering nodig op een zolderkamer, een vakantiehuis in the middle of nowhere of in een werkkamer met verschillende bureau’s. Dat klinkt goed. Interessant zelfs. Hoe kun je anders inspiratie vinden? Zeggen ze. Ik werk dus heel anders. Ik schrijf al jaren, mijn zevende boek verschijnt binnenkort. En mijn eerste boeken schreef ik terwijl mijn kinderen achter me in de kamer speelden. Nu die de deur uit zijn kan ik me compleet afsluiten van de wereld, maar dat wil ik niet. Ik wil juist contact. En dus vind ik mezelf vreemd. Ik ben geen schrijver met een hoofdletter ‘ S’ en ik ben vast niet interessant.

Maar nu mijn boeken steeds gretiger gelezen worden en de sterren in mooie vijftallen in mijn richting worden gestuurd, realiseer ik me dat ik vooral een ander type schrijver ben. Ik richt me op de mensen om me heen. Daar gebeurt het. Dat is het leven dat ik wil beschrijven. En tijdens mijn schrijfproces sta ik open voor alles wat met mijn boek te maken heeft. Als ik luister naar gesprekken leef ik op door nieuwe invallen. Overal zie ik associaties. Mensen zijn zo boeiend, dus ik kán en wíl niet anders dan betrokken worden bij hun leven. Ik noem het maar ‘het nieuwe schrijven’.

Het nieuwe schrijven is lekker open. Het past zo goed bij ‘de nieuwe wereld’ en ‘het nieuwe werken’. Minder individualistisch, meer op samenwerken gericht, en op het delen van kennis en informatie. Ik sluit me niet af van mensen, ik zoek ze juist op en wil contact. Het is een way of life geworden. Vandaar ook de onderwerpen van mijn boeken: De zwakkeren tegenover de hoge managers met hun vette bonussen; de ‘make over’- televisieprogramma’s die de maakbare schoonheid propageren, en de Jeugdzorg die slachtoffers maakt door onzorgvuldig werken. Mensen boeien me, en ze raken me.

Ik voel me lekker bij dit nieuwe schrijven. Als ik me af zou sluiten, zou mijn inspiratie opdrogen. En ikzelf als mens ook. Ik leef naar buiten toe, sta open voor contact, geniet van de groep ambassadeurs om me heen, van berichtjes via Facebook, houd Twitter in de peiling en geef graag workshops om mijn kennis te delen. En sinds deze zomer heb ik weer iets nieuws bedacht: The making of… een nieuwe thriller Deze nieuwe blogsite is een echte uitdaging om mijn innerlijke proces naar buiten te brengen zonder spoilers weg te geven. Het kan het contact met mijn lezers verstevigen. En het werkt nu al. ‘Zo gaat een boek nog meer voor me leven en ervaar ik het nog intenser’,  reageert Diane via Facebook. De betrokkenheid wordt vergroot, en ik kan prettiger werken. Op mijn nieuwe manier.

Geplaatst in schrijven | Tags: , , , , , , | Een reactie plaatsen

Een stout plannetje

Zodra ik een boekwinkel zie, moet ik gewoon naar binnen. Ik wil weten hoe mijn boeken erbij liggen. Stukje nazorg verlenen. En soms… moet ik even schuiven.

Zeker nu ik een duo-baan heb, als lezer én schrijver, kan ik geen boekwinkel meer voorbij lopen. Vroeger lukte dat nog wel. Ik probeerde het aantal bezoeken aan te passen aan mijn budget. Maar tegenwoordig moet ik dus ook aan de groei van dat budget denken. En dus moeten mijn boeken goed zichtbaar zijn. Niet ergens in een donker hoekje in een kast. Mijn boeken horen op een prominente plek op de thrillertafel.

En dus wip ik vandaag even bij de boekhandel binnen. Het leuke is dat sommige boekhandelaren mij al herkennen en me zelfs vriendelijk groeten. Meestal ben ik zeer tevreden over hun werk. Een lekkere stapel bij de spannende boeken. Maar soms moet ik goed zoeken om mijn eigen boek te vinden. Dat kan natuurlijk niet. En dus begin ik met schuiven. De eerste jaren begon ik voorzichtig, ergens een plek op tafel en ik was tevreden. Maar nu ga ik soms rigoureuzer te werk. Er is een lege plek op de schap van de thriller top zoveel. Tja… Perfect natuurlijk voor mijn boek!

Ineens komt er een stout plan binnenzeilen. Zomaar, onverwachts. Ik heb een groep ambassadeurs met wie ik samenwerk. Ik geef wat, zij geven wat, en samen zijn we sterker. Fantastisch dus. Want als ik nou… De mail was snel geschreven. En de reacties waren overweldigend. Wat leuk, spannend, goed idee, ik ga helpen, natuurlijk doe ik mee! Er staan dan ook twee te winnen boeken tegenover. En zo is mijn stoute boekenschuifactie geboren: help mijn boek uit de kast.

Direct nadat mijn mail verstuurd was, kreeg ik al Facebook-berichtjes van allerlei spannende ondernemingen. Ambassadeurs op oorlogspad! Nou, boekhandelaren, berg je dan maar. De winkels worden met veel passie heringericht. En natuurlijk hoeven wij er niets voor terug. Service van de zaak. Maar de eerste reactie was de mooiste van allemaal. Inge Buijs van boekhandel Dit&Dat in Geleen schreef: ‘Vind je het erg dat de ambassadeurs bij mij in de winkel geen kans krijgen? Je boek ligt naast de kassa.’ Mijn stoute plan is al geadopteerd door de boekhandel. Ja, laat die zelf maar schuiven…

Geplaatst in boeken | Tags: , , , , , | Een reactie plaatsen

soms…

Soms kom ik een zin tegen die zinloos is…

Geplaatst in cursiefjes | Tags: , , | Een reactie plaatsen

Zonder titel

Ik heb een probleem. Mijn nieuwe boek is al bijna af, maar over de titel pieker ik me suf. Niets lijkt goed te passen bij dit verhaal. Maar een boek zonder titel? Dat is onmogelijk.

Er heerst een soort bijgeloof onder schrijvers: noem nog geen titel voordat het boek geschreven en geaccepteerd is. Nou ben ik niet zo bijgelovig, maar bij mijn boeken ben ik wel voorzichtig. Op zich zou ik de titel van mijn zevende boek wel willen noemen, maar dat kan ik niet. Ik weet namelijk geen titel. Ja, dat klinkt misschien vreemd, maar echt, dit keer is de titel een probleem. Een goede titel is belangrijk, het vormt de ziel van het boek. Een titel moet prikkelen. En de lezer nieuwsgierig maken.

Normaal heb ik een werktitel die ik alleen maar aan een paar goede vrienden vertel. En aan de uitgeefster natuurlijk. Verder niemand. Net als bij de geboorte van een kind, hou ik die lekker voor mezelf. Het schrijft fijn als er een werktitel is. De titel ‘De Babymakelaar’ was zelfs al geboren voordat ik een woord geschreven had. Ik wist het thema, en de grote lijnen van mijn verhaal. Klaar. Bij ‘Vals Alarm’ was het ook al heel snel duidelijk. Maar dit keer is het dus totaal anders. Mijn boek is bijna af, maar mijn kind heeft nog geen naam. In de afgelopen maanden heb ik het liefkozend boek 7 genoemd, maar daarmee kan ik natuurlijk niet aan te komen.

Nu begint de tijd te dringen. Er moet een titel komen. En dus heb ik samen met mijn maatje uren gepiekerd, alle mogelijke verbasteringen van het hoofdthema gemaakt, metaforen bedacht en woordspelingen geconstrueerd, woorden geplakt, doormidden gesneden of verminkt, maar een ijzersterke titel bleef onvindbaar. We werden flauw en nog flauwer. Soms nodig voor een goed creatief proces, maar niets hielp. Het bleef een boek zonder titel. Tot eindelijk… ik geef het toe, ik heb hem niet zelf bedacht, maar deze titel is goed. En hij wordt steeds beter. En ’s avonds wisten we: dit is ’m. Boek 7 heeft een echte naam gekregen. Een prachtnaam zelfs. Eentje met een mooie dubbele betekenis. Al een beetje nieuwsgierig?

Geplaatst in boeken, schrijven | Tags: , , , , , | 1 reactie

Schrijftip: Laat het zien in woorden

Ik zit aan mijn bureau en sluit mijn ogen. Dan denk ik: ik ben nerveus. Of zenuwachtig, ongedurig, benauwd, kriegel, gejaagd, gespannen en rusteloos. Maar hoe beschrijf ik dat?

Dit weekend ben ik bezig geweest met de voorbereiding van een workshop die ik in juni ga geven. Het is een gevecht met honderden onderwerpen die in slechts vier uur gepropt moeten worden. Ik kan eeuwen doorpraten als ik eenmaal over schrijven begin. In een eindeloos enthousiasme kan ik vertellen over alles wat op mijn weg is gekomen in die twaalf jaar dat ik bezig ben. Er zijn veel technieken die bij het schrijven belangrijk zijn. Maar mijn workshop is aan tijd gebonden en dus kies ik de belangrijkste zaken uit. Karakters, locatie en vooral spanning. En hoe vind je in deze tijd nog een uitgever? Maar wat nogal eens vergeten wordt, is het belang van het beschrijven van emoties.

Neem nou eens nerveus. Stel ik zou opschrijven: ‘ik voel me nerveus om hem weer te ontmoeten.’ Voel je dan wat ik opschrijf? Leef je dan mee? Nee, natuurlijk niet. Je denkt: het zal wel. Show, don’t tell. Het is een slogan die iedereen in de schrijfwereld wel kent. Maar hoe werkt dat echt? Daarom plaatste ik een oproepje op twitter: ‘Wat gebeurt er met je als je nerveus bent? Droge mond, trillen, veel piesen, zweterige handjes… Meer?’ En ik kreeg reacties, want iedereen weet heel goed wat het is. ‘Buikpijn, korte snelle ademhaling, geen moment stilstaan, misselijk, heen en weer schietende ogen, draaierig.’ Ja, dat doet nerveus zijn met je. En ook al zijn er heel veel synoniemen te bedenken, dan blijkt er geen één woord goed genoeg om te gebruiken. Show!

‘Ik voel me nerveus om hem weer te ontmoeten.’ Of wat dacht je van: ‘De klok tikt vandaag te langzaam. Nog een kwartier. Hoe zie ik eruit? Is het huis opgeruimd? Laat ik vast wat klaarzetten in de keuken. Ik zie de stapel tijdschriften. Opruimen? Of zou hij dat juist huiselijk vinden? Er stuitert een knikker op en neer tussen de wanden van mijn maag. Wanneer komt hij? Ik ga voor de vierde keer naar de toilet.’ Op dat moment voel je de gejaagdheid die nervositeit geeft. En zo heb ik een leuke oefening voor mijn workshop. En een nuttige ook nog, want het is een van de moeilijkste schrijftechnieken die er is. Vind ik. Maak ik me nu nerveus om de deelnemers te ontmoeten? Misschien een beetje ongedurig of rusteloos. Maar nerveus? Neuh. Ik vind het leuk, gezellig, tof en ook nog eens plezierig. Of moet ik dat nu anders beschrijven?

Meer info over mijn workshops: workshop_schrijven

Geplaatst in schrijftips, schrijven | Tags: , , , , , , , | Een reactie plaatsen