Hoe is het begonnen?

Het is 1997. ‘Goed nieuws, mijn manuscript is geaccepteerd door een uitgeverij’ Een juichende stem door de telefoon. ‘Kom je naar mijn boekpresentatie?’ Ik hoef er geen seconde over na te denken. ‘Natuurlijk, ik kom!’ gil ik door de telefoon. En zo zit ik een paar weken later in het noorden van het land, waar mijn vaders roman wordt gepresenteerd. Ja, mijn vader is de eerste schrijver in ons gezin. Hij had een paspoort ontdekt van zijn betovergrootvader uit 1820 en was onder de indruk geraakt van diens zware leven als turfschipper. Hij begon te schrijven direct na zijn pensioen. Veel tijd en volop inspiratie, de meest gewenste ingrediënten. En nu ligt er een boek met zijn naam erop: Joop Boersma. Zo stoer.

Tijdens mijn leven leg ik alle belangrijke zaken vast in woorden. Met mijn zusje ontstaat een uitwisseling van alles wat in onze ogen belangrijk is. Het mooi verwoorden van dagelijkse zaken wordt een uitdaging, en mijn zusje Christine legt de lat lekker hoog. Tijdens het lezen van haar belevenissen schiet ik regelmatig in de lach, maar er zijn soms ook stille tranen die vlekken maken op haar zo mooi omschreven ervaringen. Andersom gebeurt hetzelfde, lees ik. Eerst per brief, later via de mail. We hebben elkaar in alles gesteund, en zijn altijd soulmates geweest.

Mijn broer is een fervent reiziger. Als hij ergens aan de andere kant van de wereldbol zit krijgen we columnachtige berichten toegestuurd over vreemde culturen, spannende belevenissen of jeukend ongedierte. Mooie sfeerbeelden van zijn avonturen, waarbij we als familie even mee mogen reizen. Zijn beeldende manier van schrijven maakt dat ik even bij hem ben en alles meebeleef. Ik proef het eten, ruik de etenswalmen en hoor de oerwoudgeluiden. Hoe mooi.

De roman van mijn vader. De vingeroefeningen samen met mijn zusje. De reisverhalen van mijn broer. Het begint opeens te kriebelen. Waarom doe ik er zelf niet wat mee? En zo zet ik mijn eerste eigen stappen. Ik voel me gesteund door mijn familie, en daardoor durf ik te vertellen dat ik een boek ga schrijven. De reacties zijn duidelijk. ‘Wat een mooie droom’ tot ‘Het gaat je vast lukken.’ Oké, nu moet ik het wel gaan doen.

Het is 2005. ‘Goed nieuws, mijn manuscript is geaccepteerd door een uitgeverij!’ Ik sta te glimmen aan de telefoon. ‘En er komt een presentatie.’ Die bewuste vrijdag houd ik mijn eigen boek voor het eerst in handen. Een boek met mijn naam erop. Hoe stoer voelt dat! Maar belangrijker is de voltallige aanwezigheid van mijn familie bij dit feestje. Mijn debuut is er, en ik zie alleen maar trots glimmende gezichten.

Zelfs nu mijn zesde thriller is verschenen, blijft mijn familie onvermoeibaar meegenieten. Hun ogen vertellen alles wat ik eigenlijk al wist. Ze zijn nog net zo trots als die allereerste keer. En dan zijn woorden gewoon overbodig.

ook verschenen als ‘De eerste X van Marelle Boersma’ op Crimezone.nl

Plaats een reactie